Net zoals een wandeling in de bergen op en neer gaat, gaat het bewandelen van mijn levenspad ook met ups and downs. Na een paar roerige weken en een vurig verlangen mijn slotstuk voor mijn boek genaamd "Doodzonde' af te maken in de bergen, besloot ik onlangs nogmaals terug te keren naar de Glacier Blanc in Frankrijk. In de door mij zelf gecreëerde chaos hier in de stad vond ik geen rust, laat staan antwoorden op hoe mijn pad verder te bewandelen. Die antwoorden ging ik niet vinden op de plek waar ik, zoals zo vaak, juist was vastgelopen. Daarnaast weet ik inmiddels dat bij het vinden van een oplossing van een probleem je beter kunt vertragen, dan versnellen. Pas op de plaats nemen, rustig ademhalen. Dan komt de oplossing vanzelf als je erop durft te vertrouwen dat je hogere zelf je ten alle tijde een oplossing zal aanreiken. Maar die stem kan ik alleen horen, als het stil is in mezelf. En dat was het alles behalve..
Eindelijk thuis
Er ontsnapt een zucht van verlichting door m'n keel. Eindelijk ben ik weer thuis. Met een trots en voldaan gevoel loop ik over het terras voor refuge Glacier Blanc. Vorig jaar kon ik de berghut niet bereiken door een naderende lawine. Dit jaar is het me wel gelukt. Alleen.
De van stenen en hout gemaakte verblijfplaats dat een warm onderdak biedt voor ruim tweehonderd man ziet er nog precies zo uit als 25 jaar geleden toen ik voor het eerst met mijn vader kwam. Ondanks dat we ruim twintig jaar verder zijn, voel ik me nog exact datzelfde meisje. Ik kijk om me heen en staar naar exact dezelfde bergen en voel exact dezelfde verliefde kriebels als die ik toen ook kreeg van de bergen. De enige verandering is de lengte van de gletsjer die door het opwarmen van moeder aarde flink is teruggelopen. Doodzonde. Owja en m'n vader is er dus niet meer om met me mee die berg op te gaan. Ook doodzonde.
Na kort van het uitzicht te hebben genoten, loop ik met ferme passen de refuge in. Meteen spot ik eigenaar Nicolas achter de balie. Van te voren had ik hem via Facebook laten weten dat ik langs zou komen. Ik had hem ook laten weten dat ik er wilde overnachten, zodat ik op 9/9 het laatste hoofdstuk van m'n boek kon schrijven. Mijn intuïtie zei me dat ik hier de laatste slotscène ging vinden. Ik ben benieuwd.
Met een glimlach van oor tot oor heet Nicolas me welkom. We hebben elkaar zeven jaar niet gezien, maar toch voelt het als de dag van gisteren dat we elkaar hier troffen. Ik stond te huilen als een klein kind. Sindsdien kent hij mijn verhaal. 'So glad to see you again Chantal.' Van hetzelfde, antwoord ik.
Hij verontschuldigt zich voor het feit dat hij nu niet lang kan kletsen, omdat hij het druk heeft. ,,Ik kom straks met je praten. Ik ben benieuwd hoe het met je gaat.'' Dorstig van de hike haal ik voor mezelf een koud glas blond bier en een zwarte koffie voor de fransman die met me op is gelopen, zodat hij er zeker van zou zijn dat ik veilig bij de refuge aan zou komen. Engelen kom je ook hier in het wild tegen..
Venijn
De trip naar de refuge is niet heel moeilijk, maar er zitten wat venijnige klim- en klauterstukken in de route. En een ongeluk zit altijd in een klein hoekje. Daarom is het fijn als je niet alleen bent op de berg. Maar de tocht is prachtig en zeker aan te raden. Het viel me op hoeveel ouderen en mensen met overgewicht zich overgaven aan de grillen van de berg. Wat goed om te zien.
Hiken is een perfecte manier om weer in shape te komen en dat lijken steeds meer mensen door te hebben, want de route wordt met het jaar drukker zal Nicolas me later vertellen. Last van een Coronadip heeft de refuge niet gehad. Bij het personeel staat het zweet op het voorhoofd en aan de gezichten valt af te lezen dat het einde van het seizoen nadert. Ze zijn zelf toe aan vakantie.
Buiten overhandig ik de Fransman die luistert naar de naam Stephane zijn kop koffie. Een koffie to go hebben ze hier niet, dus die houdt zijn vriend Francois van me tegoed. Francois en Stephane heb ik halverwege de tocht leren kennen. De twee vrienden zijn ook weer voor het eerst sinds jaren de route naar de Glacier Blanc aan het beklimmen. Francois is niet meegekomen naar de refuge, maar zit nog prinsheerlijk bij een waanzinnig mooi en romantisch bergmeertje.
Altaar
Het was hier bij dit meertje waar de zongebruinde Francois me tijdens onze lunch vertelde dat hij zich altijd een slag in de rondte had gewerkt. ,,Maar dit is toch eigenlijk echt het leven. Ik doe het sinds kort rustiger aan, dat gehaast ben ik zo zat. Waarom doen we dat toch altijd?'' zei hij terwijl we in het berggras lagen te vertoeven onder toeziend oog van een felle nazomerzon en strakblauwe lucht. Hij vond het tof dat ik nog met rolletjes schoot. Zelf had hij thuis ook nog wat analoge camera's liggen. Hij werkt in de filmindustrie en scout filmlocaties. Met zijn ogen op mijn groene Fjallraven tas zei hij met een lach: ,,Zelfs je rugzak is ouderwets.''
Ik vertelde hem over mijn memoires, mijn ouders en waarom ik hier ben. ,,Magnifiek. Als je een rustige plek zoekt om te schrijven, heb ik hier in de buurt twee appartementen. Je mag er zo van me in. Ik verwacht alleen wel een gesigneerd boek van je. Toevallig heeft er vorig jaar nog een schrijver ingezeten die er zijn boek over zijn avonturen in de bergen heeft afgemaakt.'' Zei hij nou echt toevallig? Ik reikte hem mijn mobiele telefoon aan en vroeg hem direct om zijn e-mailadres, zodat we contact kunnen houden. Meteen voerde hij zijn naam en contactgegevens in.
Francois gaf me m'n mijn mobiel terug en stak weer van wal: ,,Een goede vriend van me is tien jaar geleden overleden. Beneden in het dal heb ik een soort altaar van spullen uit de natuur voor hem gemaakt. Ik kan het je morgen laten zien als je dat wilt. Misschien kun je hier in de buurt ook wel zoiets voor je overleden ouders maken.'' Wauw, we kennen elkaar koud een uur en hij wil al zoiets persoonlijks met me delen. Mooi man! Het buitenleven verbindt.
Ik vertelde hem dat ik op 3000 meter hoogte hier op de berg zeven jaar geleden een steen heb neergezet die uitkijkt op de top de Dome de Neige, een soort hemel op aarde zo mooi. ,,Op de steen heb ik een foto geplakt van m'n wijlen vader en ik als klein berggeitje hier samen zittend op een waterval op de tocht naar deze gletsjer. Dan zijn we toch een soort van voor altijd samen hier.'' Ik zag hem volschieten. ,,Mooi! En van je moeder?'' Ik gooide m'n analoge Canon camera de lucht in. ,,Deze was van haar, dus zij is altijd bij me.'' Hij zei niks meer, maar de stilte zei genoeg.
Terwijl Francois een shag rolde, veerde Stephane op. ,,Zal ik met je mee naar de refuge lopen? Dan weet ik zeker dat je veilig aankomt. Het laatst stuk is best stijl, dus misschien kun je wel een helpende hand gebruiken.'' Dankbaar nam ik zijn aanbod aan. ,,Ik blijf lekker hier liggen als je het goed vindt. Neem wel even een kop koffie voor me mee als je wilt?'' riep hij nog over zijn schouder terwijl we samen ons pad naar boven vervolgden. 'Oui, oui.'
Al kletsend kwamen Stephane en ik zojuist binnen no time aan bij de refuge. Onderweg kwam ik nog een stel tegen dat ik de dag ervoor op camping Ailefroide had ontmoet. Saskia kende het gebied niet en had me om tips gevraagd. De enige route die ik ken, is deze, dus die had ik haar gisteren aangeraden. ,,Hey, jullie zijn hem ook gaan wandelen!,'' riep ik verheugd. ,,Ja en je hebt niks gelogen, het is echt een prachtige tocht en het uitzicht bij de refuge is echt heel mooi. We gaan nu weer naar beneden zodat we voor het donker weer op de camping zijn.''
Afscheid
De zon heeft het bier in m'n glas verwarmd. Stephane neemt een laatste teug van zijn koffie en staat op. ,,Was nice meeting you. Hope I will see you tomorrow.'' Ja, ik ga m'n best doen, maar ik weet nog niet exact hoe m'n dag gaat lopen. Hopelijk kan ik jullie vinden op de camping. ,,I'm sure you will find us.'' Okee, bedankt voor het meelopen. Stephane zwaait af en stiefelt de berg af. Op weg naar het bergmeertje.
Opnieuw krijg ik mannelijk gezelschap. Ditmaal van Nicolas die in de deuropening van zijn refuge is gaan zitten. Ik neem naast hem plaats. 'So how are you?' Wel okee, ik had echt frisse berglucht nodig om weer op adem te komen. Nicolas grijnst. ,,Lots of fresh air here. In Rotterdam not right?'' Ik schud m'n hoofd. Bij het idee alleen al dat ik over een paar dagen weer naar die drukke stad moet, krijg ik de kriebels. Maar okee, leven in het nu. We zijn NU hier.
We praten wat over zijn kinderen en ik vertel over Roos. Het gesprek duurt niet heel lang. Nicolas is niet lang van stof en moet weer aan het werk. Ik ook, want ik ben hier met een missie; m'n boek afmaken. Uit mijn 'ouderwetse' rugtas trek ik mijn dagboek tevoorschijn en een blauwe pen. Op een van de rotsen neem ik plaats en begin met schrijven. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat er een flinke groep mannen het terras op komen gedenderd en net iets te luidruchtig plaatsnemen aan de tafel waar ik net nog een glas bier zat te drinken. Tot overmaat van ramp springt een van hen in het ijskoude minibadje dat vlak naast me zit. Een badje dat bedoeld is om je bidon van water te voorzien.
Ik voel m'n concentratie wegzakken en veer overeind. Even m'n tas dan maar alvast op de slaapzaal leggen. Ik probeer de blikken van de mannen te ontwijken. Sjonge, nog nooit een vrouw alleen op een berg gezien? Zo nonchalant mogelijk loop ik de trap op naar de eerste verdieping waar de slaapplaatsen zijn. Ook Nicolas kijkt me net iets te lang na. Somehow irriteert het me. Laat me. Ik wil gewoon schrijven.
De eerste slaapzaal is compleet ingenomen door de groep mannen. Overal liggen tassen. De houten bankjes in de slaapzaal staan vol met flessen wijn. Vol verbazing blijf ik staan kijken. Ik heb niet door dat een van de mannen op bed ligt en me aankijkt. 'Oh uh sorry'. Snel hobbel ik de gang door. Ik zwaai de deur open van de volgende slaapzaal. Alle bedden zijn nog onaangeroerd. Yes, hier slaap ik. Ik zwaai de ramen open en kijk gelukzalig naar de besneeuwde toppen van de gigantische berg die pontificaal voor m'n bed staat. Wauw. Ik maak een filmpje en laat het thuisfront weten het allergelukkigste meisje op aarde te zijn op dit moment.
Na m'n spullen te hebben uitgestald, loop ik weer naar beneden. De groep mannen zitten nog altijd op het terras. Ik kijk ze niet aan in de hoop dat ze me dan ook niet aanspreken. Snel duik ik achter een rotsblok waar ik zowaar een van stenen uitgehakt bankje vind met uitzicht op de gletsjes. Wauw, maar echt wauw. Dit is pas een goede schrijfplek. Ik pak m'n mobiele telefoon en zoek het nummer Fever to the Form op van Nick Mulvey. M'n lievelingsnummer.
Terwijl het nummer door m'n oren klinkt, biggelen de tranen over m'n wangen. Gelukkig ziet niemand ze behalve de man die op nog geen anderhalve meter druk staat te telefoneren. Het is dezelfde gast die net naast me in het ijsbad zat. Voor het eerst kijk ik hem goed aan. Zelfs door mijn tranen heen, kan ik zien dat het een bijzonder knappe en breedgeschouderde man is.
Ik verzink weer in m'n schrift en schrijf de dag van me af. De schemer begint in te vallen en het is flink fris aan het worden. Als ik achter m'n rots voorbijkom, zie ik dat het terras leeg is. Ik loop naar binnen en zie dat iedereen die er vanavond overnacht al heeft plaatsgenomen aan twee lange tafels. Even een beetje onthutst kijk ik naar de tafels. Op zoek naar nog een lege plek. De breedgeschouderde knappe jongeman kijkt me aan. Ik voel dat ik rood word. Gelukkig wenkt precies op dat moment een wat oudere man me. 'You can sit here'. Helemaal achterin de tafel neem ik plaats. Even voel ik een kleine teleurstelling, omdat ik aan een saaie tafel lijk te zitten.
Brug
Maar eigenlijk heb ik geen zin om te praten ook, dus ik vind het wel prima. Lekker m'n prakkie opeten en naar bed. Net nadat ik m'n eerste hap macaroni naar binnen stop begint de Fransman die me zojuist wenkte een praatje met me. Beleefd vraag, zo denk ik, naar de bekende weg. 'Why do you love the mountains?' ''Well that's quit a long story actually,'' begint de man met pretoogjes.
Herve steekt van wal: ,,Een paar jaar terug werd er Parkinson bij mij geconstateerd. Eigenlijk besloot ik meteen dat ik niet meer wilde leven. Ik had zelfs al de plek op de brug waar ik vanaf wilde springen uitgezocht,’’ vertelt hij me op het moment dat ik net nog een hap macaroni in m’n mik wil stoppen. M’n maag krimpt ineen. Met moeite slik ik de pasta door. ‘’Gelukkig besloot ik op een helder moment dat ik toch maar niet moest doen en naar een oplossing moest gaan zoeken.’’
Hij verdiept zich in de ziekte en komt erachter dat hij ‘dopamine’ lekt. ‘’Ik besloot te gaan sporten in de natuur, omdat je daar meer dopamine aanmaakt. Het heeft letterlijk mijn leven gered, want ik heb nu helemaal geen klachten meer,’’ vertelt hij me trots. Poehee wat een gelijkenis met het verhaal dat ik aan het schrijven ben. Wat een 'toeval' weer. Herve vervolgt ,,Ik heb er een memoires over geschreven dat ik vorig jaar heb uitgegeven.Echt toevallig dat wij elkaar nu treffen.'' Toeval bestaat niet floep ik er meteen uit. De vrouw naast hem knikt.
De pensionaris ziet er kwiek, vrolijk en gezond uit. Zijn ogen stralen een en al levenslust uit en ik kan niet geloven dat hij een paar jaar geleden bijna zelfmoord had willen plegen. Mijn gedachtes gaan direct uit naar mijn vader die altijd de vrolijkheid zelve was en toch op een dag besloot eruit te springen. Had hij ook maar gaan sporten in de bergen. De extra dopamine had misschien de demonen in zijn hoofd de mond gesnoerd en ervoor gezorgd dat hij een andere keuze had gemaakt. De tranen wellen op in mijn ogen. Sjeetje dit verhaal had ik even niet aan zien komen.
Bezit
De vrouw naast hem, ik denk zijn vriendin, valt ook bij. 'So you have a daughter you said.'' Trots vertel ik over Roos en over het feit dat ik haar graag mee wil nemen naar de bergen, maar dat ik nu echt even tijd voor mezelf nodig had om wat zaken op een rijtje te krijgen en m'n verhaal af te kunnen maken. In gebrekkig Engels vertelt ze me dat ze het heel goed van me vindt dat ik dit doe. ,,Er zijn zoveel moeders die zichzelf wegcijferen als ze kinderen krijgen. Maar wat geef je je kind dan mee: dat je zelf niet op nummer een staat. Als jij niet goed voor jezelf zorgt, kun je ook niet goed voor je dochter zorgen. Ik heb mijn zoons altijd vrijgelaten en ben ook mijn eigen ding blijven doen. Een van mijn zonen kon al van jongs af aan heel goed surfen en was vanaf zijn achtste al elk weekend weg om te surfen. Ik had daar geen enkele moeite mee. Je kind is niet je bezit.''
Ik knik en ben dankbaar voor haar woorden, omdat het heus weleens aan me knaagt als ik er weer eens een weekje tussenuit knijp. Herve vult trots aan. ,,Wat deze moeder niet verteld, is dat haar zoon jarenlang wereldkampioen surfen is geweest. Dat komt mede door het feit dat ze hem zijn eigen weg heeft laten gaan.'' De vrouw kleurt rood. ,,Ja, nou hij heeft het allemaal zelf voor elkaar gebokst hoor. '' Herve: ,,Je bent zelf ook een vechter en houdt van het buitenleven. Kinderen kopiëren hé. Dit heeft hij ook aan jou te danken.'' Ze zwijgt. Ik knik wild instemmend.
Het gesprek valt stil. Ik weet wat ik wil zeggen nog, maar m'n keel wordt dichtgeknepen en ik voel tranen opwellen. ,,Weet je wat nou zo 'toevallig' is ook aan onze ontmoeting..'' Herve kijkt me aan. ,,Mijn vader heeft dus wel zelfmoord gepleegd..'' Het gesprek valt stil. ,,Wacht, ik ga even water halen en dan wil ik je verhaal horen,'' zegt Herve. Zowel hij als zijn vriendin staan op. En ik voel inmiddels een traan over m'n wang glijden en heb ineens geen zin meer om nog verder te praten. Eigenlijk was dat het enige dat ik er nog aan toe wilde voegen. De rest is niet belangrijk. Het is wat het is.
Wijn
''You want red wine?'' Vanaf de tafel naast me waar de groep luidruchtige mannen zaten, schuift een van hen me een glas rode wijn toe. Hij heeft vast m'n tranen opgemerkt. Dankbaar neem ik het glas aan. Sjeetje ook deze man is behoorlijk knap. Waarom is me dat net helemaal niet opgevallen joh? Ik klim bij hem aan tafel. Vanuit mijn ooghoek zie ik Herve en zijn vriendin glimlachen en de eetzaal weer verlaten.
De knappe jonge man vertelt me dat hij op Corsica woont met zijn vrouw. We raken aan de praat en ik vergeet het gesprek met Herve en ik ben dankbaar voor het luchtige gesprek. Hij vertelt verder: ,,We zijn een groep militairen en zijn hier in training. Morgen moeten we de gletsjer op om nieuwe touwen aan te leggen in de kraters.'' Ik kijk hem met grote ogen aan. Okee wow, now that's scary .
Terwijl we zitten te kletsen, wordt m’n aandacht getrokken door zijn breedgeschouderde collega die zijn slag probeert te slaan achter een voetbaltafel pal achter te lange houten tafels waar we net met z’n allen hebben zitten eten. Zijn haar kleurt al een beetje grijs, maar zijn kinderlijke glimlach en pretoogjes doen hem veel jonger lijken dan hij waarschijnlijk is. Nadat hij is uitgespeeld, springt hij bij ons aan tafel en neemt schuin tegenover me plaats. Hij kijkt me indringend aan. Ik verdrink stante pede in zijn helderblauwe Franse ogen.
Verzonken in mijn eigen verhaallijn had ik eerder deze avond geen aandacht aan hem besteed. Maar nu heeft hij wel degelijk mijn aandacht en kan ik mijn ogen niet van hem afhouden. Wat een vent. Die schouders. Die pretoogjes. Ik vraag hem naar zijn naam. ‘Nicolas et toi?’ Chantal antwoord ik. ‘Do you speak French?’ une petite peu. Hij lacht. Ik lach. ‘How old are you?’ vraag ik hem. ‘ Eighteen’, antwoordt hij met een grijns. ‘En je achternaam?’ Opnieuw die woest aantrekkelijke grijns. ‘Heb ik niet.’ Ik blijf hem aankijken, maar hij geeft geen gehoor aan mijn vraag. Merde.. Ik had hem uiteraard na afloop van dit kortstondige gesprek op willen zoeken op social media om meer te weten te komen van deze Corsicaan.
Een van zijn collega’s is erbij komen zitten en schenkt ons allemaal nog een flink glas heerlijke rum in. Mijn wangen beginnen nog meer te gloeien dan ze al deden. Ik voel me soezerig worden. Nicolas veert op. ‘’I’m going to bed’’ Het is het startsein voor de rest van de groep om ook naar bed te gaan. Ik probeer haastig nog een manier te bedenken om vanavond in zijn gespierde armen in slaap te kunnen vallen, maar er valt me geen antwoord te binnen.
Even later helpt het universum me handje als we allebei tegelijkertijd de hoek om denderen in de gang en tegen elkaar aan knallen. Ik voel de spanning door de lucht schieten. We lachen en mompelen een soort excuses naar elkaar en wensen elkaar welterusten. Nog een reden om vaker in refuges te vertoeven. Voor je het weet knal je tegen het goddelijke lijf van een echte mountain man aan. Hier in de bergen vind je de echte mannen. Mannen die hun leven wagen voor anderen. Hij gaat morgen zijn leven wagen voor ‘mij’ en vele anderen die de fameuze Glacier Blanc willen bestijgen.
Top
Het universum, of eigenlijk ikzelf, heb me net ook nog op de valreep aan gediplomeerde mountenair geholpen die me volgend jaar naar de hemel op aarde wil helpen: de dome de neige. De begeleider van de groep militairen bleek te kunnen worden ingehuurd voor bergtrips zoals ik in gedachten heb voor volgend jaar. Ook hem kom ik op mijn weg naar m’n bedje tegen. ‘’Waarom wil je eigenlijk deze top bestijgen?’’ vraagt hij me nog even op de valreep. ,,Ik voel meteen de tranen in m’n ogen springen en draai m’n hoofd een beetje weg in de hoop dat hij mijn tranen niet ziet. ,,Ik beklom deze tocht naar de Glacier Blanc vroeger als klein meisje met mijn vader. Maar ik zal nooit met hem naar de top kunnen komen, omdat hij niet meer leeft. Dus ik zoek iemand die zijn plaats kan vervangen.’’ De mountaineer die luistert naar de naam Thibaut schenkt me een warme glimlach. ‘’Mooi zeg, gaat helemaal goed komen. Maar dan moet je me wel beloven dat jij terug in Nederland flink gaat trainen en fit gaat worden.’’ Terwijl de tranen inmiddels over m’n wangen stromen, knik ik ‘ja’. Het universum is duidelijk: sporten is de weg naar m'n droomleven.
9/9
Beneden me hoor ik flink wat gestommel. Het zijn de militairen die al vroeg op pad gaan. Even overweeg ik om eruit te gaan en alvast te gaan zitten schrijven en zo nog een glimp op te kunnen vangen van Nicolas. Maar ik blijf liggen en val weer in slaap. Als ik weer wakker word, is het 6.00 uur. Mooie tijd om eruit te gaan en lekker beneden te gaan zitten schrijven voordat de rest wakker wordt en me uit mijn schrijfflow gaat halen. Ik schiet in m'n kleding en pak m'n pen en papier. Beneden in de eetzaal schrijf ik op: ‘Yep ik wil dat dit mijn leven wordt: hiken, analoge foto’s schieten van al het moois dat ik op mijn pad tegenkom en in refuges zitten schrijven. Op zo’n plek zoals waar ik net wakker ben geworden: in refuge Glacier Blanc in Frankrijk. ''
Ik kijk nog een keer door het raam naast de houten eettafel waaraan ik nu in alle vroegte zit te schrijven. Het uitzicht is werkelijk waar magnifiek. Enorme ruige besneeuwde bergtoppen torenen tot aan de hemel. Ik ben absoluut verkocht, verliefd op dit leven, maar ik had ook niet anders verwacht. Het kost me dan ook geen enkele moeite om, na een lange hike tocht en emotionele avond, vroeg uit de veren te springen om hier te gaan zitten schrijven. Het is inmiddels half 7 en doodstil in de berghut die op 2542 meter hoogte ligt in de Hautes-Alps.
De groep Franse militairen lopen nu waarschijnlijk al op de Glacier Blanc of hangen met hoofdlampjes in metersdiepe gletsjerspleten.. Een klus voor de echte diehards. Mijn maag draait alleen al bij het idee om. Mij niet gezien. Maar gelukkig zijn er stoere mannen op deze wereld die dit wel durven en voor mij de weg naar de top zo veilig mogelijk maken. Het zijn nu al mijn helden. Eigenlijk iedereen die me gisteren mee omhoog hielp, is mijn held. Zoveel hulp uit onverwachtse hoek. Zoveel mooie gesprekken met mensen die leven voor en met de bergen. ‘Never grow up’ is hier geen quote op een T-shirt, maar a way of life voor de mensen die hier na een dagje buitenspelen in de bergen neerstrijken in de refuge. Buitenspelen houdt ons jong en vitaal. Ik weet wat me te doen staat.
Na ruim twee uur te hebben zitten schrijven, verschijnt Herve aan m'n tijdelijke schrijftafel. Met dezelfde pretoogjes van de avond daarvoor informeert hij hoe lang ik hier al zit. Als ik hem dat vertel lacht hij: ,,Echt tof dat je je boek met de hand schrijft in plaats van achter een computer. En heb je je slot ook al geschreven?'' Ik knik. ,,Zal ik daar even een foto van maken?'' Ik weet nu al dat de foto gaat mislukken, omdat het nog schemerig is, maar dat maakt niet uit. Het gaat om het idee. Ik schrijf door en ik hoor de bekende klik van mijn moeders camera. En toen was het verhaal rond.
Epiloog
Zal ik wel..zal ik niet..Ik bel Arjan op en val meteen met de deur in huis. ''Hey jij bent toch trainer bij NatuurlijkSportief, ik zit er nog steeds aan te denken om ook trainer te worden.'' Ik vertel hem over mijn avontuur in de bergen. Arjan leerde ik een paar weken geleden kennen tijdens een verwildetrip met Rewild. Samen reden we naar de Wild Alps. Dertien uur lang kletste we elkaar de oren van de kop en vertelde hij me over zijn nieuwe avontuur als trainer bij NatuurlijkSportief. Een organisatie die van sporten weer buitenspelen maakt en zowel volwassenen als kinderen mee de natuur in neemt om er lekker te gaan ravotten.
Tijdens de autorit en tijdens onze treinreis terug naar huis zei Arjan dat het ook echt iets voor mij zou zijn. Vaak als ik door het Kralingse Bos aan het rennen was geweest, had ik eraan gedacht, maar verder dan dat was ik niet gekomen. ,,Chan ga dit nou doen, je gaat dit echt leuk vinden en volgens mij zoekt Nick nog mensen die een starttraining kunnen gaan geven. Dat is een training voor mensen die, net zoals jij, beginnen met sporten. Wacht, volgens mij is er binnenkort weer een training voor trainers. Ik kijk meteen even voor je. Wow, er is er morgenavond toevallig al eentje. De volgende is pas eind november. Ik app je het nummer van de oprichter van NatuurlijkSportief, Teun, wel even dan kun je hem meteen bellen om te vragen of je nog aan kunt haken.''
Doorpakken
Nog voordat ik kan antwoorden, voel ik mijn mobiel trillen. ''Zo wij gaan ophangen, dan kun je Teun meteen bellen. Meestal neemt hij gelijk op.'' Haha okee duidelijk verhaal dit. Ik kan er niet meer omheen. Meteen bel ik Teun die eigenlijk al aan twee woorden genoeg heeft. ,,Wauw wat tof dit. Hier hou ik van. Meteen doorpakken. Ik zet je op de lijst. Je kan morgenavond met me mee naar Arnhem rijden.'' Met een grijns hang ik op. Als het allemaal zo makkelijk gaat, dan weet je dat je op de juiste weg zit. Vanavond heb ik 'toevallig' Roos niet en kan ik dus, in tegenstelling tot alle andere dinsdagavonden, meedoen met een les NatuurlijkSportief in het Kralingse Bos. Wel zo handig als ik voorafgaand aan de training voor trainers weet waar ik aan begin. Dit is het begin van weer een nieuw avontuur.
Meteen nadat ik Teun heb gesproken, weet ik wat me nog meer te doen staat. Ernest van der Kwast appen. ,,Mijn boek is klaar, wanneer heb je tijd om af te spreken? Ik heb je advies nodig. Jij hebt al zoveel boeken uitgegeven en werkt bij een uitgeverij..'' Meteen stuurt hij terug: ,,Wahh wat gaaf dat je boek af is. Volgende week woensdag heb ik tijd.'' Deal, stuur ik meteen.
Hey volgende week woensdag is ook de tweede en tevens laatste trainers training van NatuurlijkSportief. Waar het ene avontuur net is afgerond, begint meteen het nieuwe. Wat een toevalligheden weer allemaal. Of nou ja, eigenlijk niet natuurlijk. Als je (weer) op je eigen pad loopt, bestaat toeval niet en valt alles als vanzelf op z'n plek. Je moet alleen durven blijven lopen. Geen pieken zonder dalen.
Comments