top of page

Rendeux is calling and Roos and I must go


Ik voel me onrustig en snak naar avontuur. M'n voortkabbelende leven hier op de volkstuin voelt alsof ik in een sleur ben beland. Ik weet wel waardoor dit gevoel ineens als een vulkaanuitbarsting naar boven komt: voor m'n neus liggen de analoge foto's die ik een week geleden in de Ardennen schoot in opdracht van Unplugged Outdoor tijdens het Bergmeid weekend.


Ik kijk verlekkerd naar de foto’s die ik bij Fotozaak van der Graaf heb laten ontwikkelen en laten digitaliseren. De foto’s doen bij mij in ieder geval waarvoor ik ze geschoten heb: inspireren om erop uit te trekken in de natuur.


Vanuit m'n houten volkstuinhuisje aka de Monte Rosa Cabin kijk ik naar m'n lieve dochter die lekker in onze volkstuin zit te spelen. Het is hier hartstikke fijn, maar in onze tuin ligt niet het grootse avontuur. ‘’Roos heb je zin om naar de Ardennen te gaan om daar te kamperen.’’ Roos kijkt op. ,,Ja, mama laten we gaan!’’ Gelukkig is m’n 5 jaar oude dochter net zo avontuurlijk ingesteld als ik zelf.


Kampeerspullen

Als een malle begin ik al m’n kampeerspullen bij elkaar te verzamelen. Roos vraag ik haar kleding in een rugtas te doen en wat speelgoed. ,,Maar niet teveel, de natuur biedt genoeg speelmateriaal.’’ Roos weet niet hoe snel ze haar spullen in moet pakken. Zeg maar net als ik. Want als ik eenmaal het besluit neem om het avontuur letterlijk tegemoet te rijden, is er geen weg meer terug. Een heel gek gevoel is dat. Zo’n eenmaal genomen besluit in m’n hoofd is onomkeerbaar. Voor de zekerheid bel ik even met de camping om te checken of ze wel plek hebben, maar ik krijg ze niet te pakken. Dan maar snel een mailtje.




Zonder het antwoord af te wachten, ga ik door met inpakken. Tijdens het inpakken, neem ik me opnieuw voor om voortaan al m’n kampeerspullen bij elkaar te houden in m’n tiny house. Ik wil gewoon altijd ready to go zijn om weg te gaan als het avontuur me roept. Ik flikker wat pannen in een krat. Als je met een auto gaat kamperen, zijn kratten echt the way to go wat mij betreft. Een krat met eet- en keukengerei, een krat met eten, een krat met tentspullen en een sporttas met kleding en je bent klaar. Om 13.03 uur ontvang ik een mail: ‘ja hoor Chantal kom maar!’ Gelukkig, want ik verveel me stierlijk hier in de stad.


Kribbig

Het inpakken gaat me allemaal niet snel genoeg en ik merk dat ik kribbig begin te worden. Tot overmaat van ramp bedenk ik me dat ik geen goede tent meer heb. Het weekend ervoor sliep ik in een gloednieuwe tent van Unplugged Outdoor. Hoe kan ik als buitenmens nou geen fatsoenlijke tent hebben? Een voordeel van op een volkstuinhuis vlakbij de stad wonen, is dat je altijd per direct alles binnen handbereik heb. Als ik alle kampeerspullen in de auto heb zitten, sjees ik met Roos naar de kampeerwinkel om een tweepersoonstentje aan te schaffen. ,,Mam, ik heb geen bergschoenen!’’ Okee, hup ook bergschoenen voor Roos worden stante pede aangeschaft, zo makkelijk kan het avontuur beginnen.


‘’Hebben we onze koplampjes bij ons?’’ vraagt Roos. ‘’Uiteraard lieverd,’’ neem ik haar zorgen weg. Ze weet dat er een ding is waarmee je wat mij betreft niet zonder kan op avontuur en dat is een hoofdlampje. We hebben er allebei eentje van Petzl. M’n Teva sandalen en Meindl wandelschoenen zijn ook een onmisbaar item. En natuurlijk een gasstelletje en extra gasflessen. Waar ik vroeger enkel een wollenkleed meenam om op te zitten, heb ik vorig jaar ook een tweetal kleine klapstoeltjes aangeschaft bij de Bever. Ook daar kan ik niet meer zonder. Zeker als ik Roos meeneem, want dan is het fijn als je op een stoel kunt zitten wanneer je ontbijt, lunched of dineert.




Koepeltentje

Met de laatste kampeerspullen in ons bezit, rijden we richting de Rendeux in de Belgische Ardennen, een plaatsje vlakbij het bekende historische stadje La-Roche-en-Ardenne. Na 3 uur door kachelen met een korte stop om te tanken, zijn we nu bij camping Beau Reve. First things first: uitpakken en de tent opzetten. Roos helpt mee met de tentstokken in elkaar schuiven. ,,Ja, mama ik weet hoe dat moet,’’ zegt ze als een volleerd kampeerder als ik haar vraag of ze hulp nodig heeft. Zo trots als een pauw kijk ik toe hoe ze behendig de tentstokken gereed maakt. Net vijf jaar, maar ze draait haar handen niet om voor het opzetten van een koepeltentje.


Wanneer ons tijdelijke huis gereed is, ploffen we samen neer op het wollen kleed dat ik mee heb genomen. Ik ga liggen schrijven. Roos gaat liggen kleuren in het kleurboek dat we zojuist bij het Belgische tankstation voor haar kochten. Die vergat ze mee te nemen. En Roos en een paar dagen niet kleuren, gaat niet samen.


Het is rustig op de camping, net zoals het weekend ervoor toen ik er met Unplugged Outdoor was. ,,Heb je trek in spaghetti?’’ vraag ik Roos naar de bekende weg. ,,Ja, mama!’’ Ik loop richting het washok om m’n Platypus hoser waterzak te vullen waaruit we kunnen drinken en ik water kan tappen om de spaghetti te koken. Die waterzak is ook echt een super handig ding. Zowel voor tijdens wandeltochten, want ik drink vaak te weinig, maar met zo’n 3 liter zak heb je nooit te weinig bij je. Al vul ik hem meestal niet helemaal, want dan zeul je een aardig gewicht mee.




Nu vul ik wel tot de rand, zodat we niet steeds op en neer hoeven naar het washok. Ik hang de gevulde waterzak aan de klapstoel. Roos gaat er meteen inzitten en steekt de slang in haar mond en begint er water uit te lurken tijdens het kleuren. Ik zet ondertussen de spaghetti op en geniet van Roos die zich zo lekker op haar gemak lijkt te voelen hier op de camping. Ik was bang dat ze meteen weg zou gaan, de hort op en ik continue achter haar aan zou moeten lopen, maar ze lijkt eerst, net als ik, gewoon even te willen landen hier.




Morgen gaan we wel lekker samen op ontdekkingstocht. Ik wil sowieso een stukje van de hiketocht doen die ik ook met Unplugged Outdoor heb gedaan. Dan weet ik een beetje wat ik kan verwachten en het begin van het pad was prachtig, ik weet zeker dat Roos daar ook van gaat genieten. We gaan het meemaken morgen. Nu eerst even lekker genieten van onze spaghetti eten in de frisse Ardennen lucht.





bottom of page