top of page

Storm



De wind rukt aan onze tarp die we gisteravond in de schemer met twee wandelstokken hebben opgezet. Er raast een harde storm over het tentenkamp pal onder de gletsjer. Ik vind het griezelig. Het tentdoek wappert als een malle en de regen klettert hard tegen de tent aan. M'n hoofd bonkt wederom door de voorhoofdholte-ontsteking waardoor ik bloed chagrijnig wakker word. Snel zoek ik twee aspirientjes om de pijn wat te laten zakken. In m'n ooghoek zie ik hoe Thomas geïrriteerd mijn zoektocht naar de pijnstillers volgt. Ons geduld met deze hoofdpijn is meer dan op.


Tampons

Tot overmaat van ramp voel ik ineens dat ik ongesteld ben geworden. Ik kan wel janken. In gedachten zie ik me al met kleverig bloed tussen m'n benen door de storm naar het toiletgebouw zwoegen. Door de morning after pil die ik eerder nam, is m'n maandelijkse ritme veranderd. ,,Ik heb tampons nodig,'' zeg ik in het luchtledige. Thomas kijkt me aan. ,,Okee waar liggen die?'' vraagt hij tamelijk geïrriteerd. Ik durf het antwoord niet te geven en blijf even stil. ,,In de auto.'' Thomas grijpt naar zijn hoofd. Ik zie dat hij moeite doet om z'n rust te bewaren. ,,En waar in de auto liggen ze?'' Tja als ik dat eens zou weten.. ,,Ik heb echt geen flauw idee,'' antwoord ik. M'n bonkende hoofd wil sowieso nergens over nadenken.


Met een ruk, trekt Thomas de rits van de tent open en stiert naar buiten. Binnen enkele seconden is hij al terug. Ik kijk hem niet begrijpend aan. Hij smijt een katoenen tas naar binnen. Stomverbaasd pak ik het tasje op waarvan ik weet dat daar m'n tampons in zitten. ,,Hoe wist je zo snel waar ze lagen?'' Thomas kijkt me nors aan. ,,Ik kreeg ineens een ingeving.'' Ik schiet in de lach. ,,Okee hier heb je wel heel veel bonuspunten mee gescoord. Door weer en wind tampons halen voor je meisje in nood.''


Ik haast me door de storm naar het toiletgebouw en ben allang dankbaar dat we toevallig niet aan het wildkamperen zijn, maar even op een hippie camping zijn neergestreken waar we bij toeval uitkwamen op onze tocht. Nu heb ik in ieder geval een toilet en stromend schoon water om me op te frissen. Gisteravond laat kwamen we hier aan. Geen idee wat we precies aan zouden treffen. We hadden trek, maar het restaurant van de refuge was al gesloten. Ineens toverde de kok nog twee sandwiches tevoorschijn die niet waren verkocht. ,,Hier neem deze maar,'' zei hij in het Frans. Gretig namen we de gratis maaltijd aan om vervolgens onze tarp op een van de gratis kampeerplekken neer te zetten.


Heks

Het toeval was die dag al eerder aan onze zijde geweest toen we met de auto door de regenachtige bergen reden. Even ervoor hadden we bij een klein kerkje aan een bergmeer een koffie getracht te zetten. Om me te beschermen tegen de kou droeg ik de rood geblokte wollen deken van Thomas die hij al sinds zijn kindertijd heeft. Toen ik met de deken om m'n schouders naar het mistige bergmeer stond te kijken, had ik ineens een ervaring die ik niet eerder in m'n leven had. Ineens 'zweefde' ik over het meer. Als een soort adelaar. Het voelde heerlijk en vogelvrij. Ik voelde me een heks die ineens een andere gedaante aan kon nemen. Ik voelde me super krachtig en oppermachtig.


De koffie besloten we uiteindelijk in de auto op te drinken. Snel vervolgden we onze weg. Geen idee waarheen. Ik was inmiddels gewend geraakt aan dit nieuwe ritme waarbij we gewoon deden waar we zin in hadden en de slaapplekken op ons pad lieten komen. ,,Het is wel mooi hier he.'' Ik kon Thomas z'n woorden alleen maar beamen. De mistige bergen waren magisch. En het gevoel van zojuist bij het meer was nog door heel m'n lichaam voelbaar. Tijdens de autorit viel ons oog ineens op een berghut. Na 5 minuten zei Thomas ineens. ,,Zullen we daar even gaan kijken?'' Ik wist meteen wat hij met 'daar' bedoelde. Zonder m'n antwoord af te wachten, draaide Thomas de auto op een smal bergweggetje en reed terug naar de plek waar we de hut in de mist hadden zien staan.


,,Hier neem mijn gorex jas maar,'' bood Thomas aan terwijl we uitstapte. ,,Nee, ik pak m'n eigen jas wel even, anders word jij zeiknat.'' In m'n zomerjurkje met daaroverheen dikke donsjas liep ik snel achter Thomas aan die al richting de berghut was gelopen. Tot m'n verbazing liep hij er voorbij. ,,Even de omgeving verkennen.'' Al snel bleek het om een privé terrein te gaan. ,,Kom laten we gewoon even daar naar binnen gaan voor een bak thee.'' Zonder zijn antwoord af te wachten liep ik al richting de deur van de berghut. Eenmaal binnen bij de bar wist ik eigenlijk niet zo goed wat we er deden, we hadden tenslotte net koffie op.


Een jongen met blonde krullen trok m'n aandacht. ,,Dat lijkt de vriend van Mirjam..'' Mirjam?! Ik staarde recht in de verschrikte ogen van Mirjam, een Amsterdamse meid die ik ken van een eerdere trip met Rewild. Onlangs waren we nog wezen kamperen en hadden we uitgebreid verslag gedaan van onze nieuwe liefdes. Ik wist dat ze met hem de GR aan het lopen was, maar hoe was het mogelijk dat we elkaar hier nu troffen. Ik snelde op haar af om haar te groeten. ,,Je ziet me op niet zo'n goed moment, ik zit er even helemaal doorheen.'' Zonder nadenken antwoorde ik: ,,daarom ben ik ook hier.''


We hoeven nergens te zijn, behalve waar we op dat moment zijn.

,,Hoe dan? Hoe is dit mogelijk?'' Mirjam zat terneergeslagen op een houten bank. Haar vriend Maarten had een flinke smak gemaakt. Zijn knie en scheenbeen bloedde flink. ,,We zijn hier maar naartoe gewandeld in de hoop hier vannacht te kunnen slapen, maar we hoorden net dat dit niet kan en de volgende berghut echt kilometers verderop is en hij kan zo echt niet lopen.'' Ik voelde me dankbaar dat Thomas besloot hierheen te rijden, zodat ik er voor Mirjam kan zijn. Hij heeft een ijzersterke intuïtie. Door langzaam te reizen, zonder plan, is er ook ruimte om hiernaar te luisteren. We hoeven nergens te zijn, behalve waar we op dat moment zijn.

En nu zijn we op een gratis camping, ben ik een tampon rijker in m'n lichaam wat echt een stuk 'veiliger' voelt en loop ik richting de tarp die Thomas inmiddels al aan het opvouwen is. Op het gasbrandertje maken we een bak havermout en kijken naar de vele hikers die hier gisteravond ook hun bivak opzette. Vanmorgen stonden ze allemaal tegelijk op, pakten dezelfde tenten in en trokken dezelfde kleren aan om vervolgens dezelfde route te gaan bewandelen. Alsof iemand tegen ze had gezegd wat ze moesten gaan en hoe laat.


Thomas en ik keken naar het schouwspel dat zich voor onze neus voltrok. We zeiden niks, maar dachten hetzelfde: allemaal eenheidsworsten. Klakkeloos de route kiezen die in een bergwandelboekje wordt aangeduid met spullen uit de folder van een outdoorwinkel. En allemaal met hetzelfde doel, die tocht vandaag uitlopen, dan pas is je vakantie geslaagd. Dan pas kan het op instagram gedeeld worden. Prestatiedrang boven het natuurlijke belang van je eigen ritme.


Waarom is de wereld zo gek geworden? Waarom kopen we dure auto's die we niet eens gebruiken, maar voor de deur zetten om te laten zien aan de buurt dat we het goed voor elkaar hebben? Waarom kopen we allemaal dezelfde kleding die de mode ons voorschrijft? Waarom hebben we dezelfde banen? We bezitten allemaal zoveel talenten en als iedereen gewoon lekker zichzelf is, zou er toch geen prestatiedrang zijn?


Het is de worsteling die ik zelf ervaar met het schrijven van m'n boek, want ik wil hem niet uitgeven uit een gevoel van te moeten presteren, maar gewoon omdat m'n hart zegt dat ik dit boek wil schrijven. Een verhaal regelrecht uit het hart, zonder bang te zijn wat anderen ervan vinden. Of de angst dat het boek een regelrechte flop wordt. Ik maak het gewoon, omdat ik dat nou eenmaal leuk vind om te doen. Ik hou van schrijven, al m'n hele leven lang. Vroeger als kind las ik ontelbaar veel boeken en nam ik me voor later zelf boeken te gaan schrijven. Dat leek me magisch: een verhaal creëren.


Iets moois scheppen, gewoon omdat ik nou eenmaal het talent bezit om mooie verhalen te maken. Het zou doodzonde zijn als ik dat geschenk voor mezelf zou houden en niet aan de wereld zou schenken. Is dat niet wat we hier komen doen? Mooie dingen creëren met de talenten die we geschonken hebben gekregen om ze vervolgens terug te schenken aan de wereld. Gewoon zodat de wereld er mooier op wordt, kleurrijker, liefdevoller door al die prachtige liefdevolle creaties.


De hele mensenmassa om me heen is inmiddels de berg opgelopen. Ik voel me nul geroepen om hetzelfde te doen. Thomas haalt me uit m'n gemijmer: ,,Wat wil je doen?'' vraagtThomas. Hij laat verschillende wandelroutes zien die variëren tussen de 7 en 12 kilometer. Alleen al bij het idee knalt m'n kop uit elkaar. Ik kan wel janken. Ik ben gek op bergwandelingen en nu zie ik er als een berg tegenop. Ik voel me een blok aan z'n been. Hij heeft energie voor tien en zou op z'n gemak alle routes vandaag kunnen voltooien.


Maar met zelfmedelijden kom ik al helemaal nergens, dus zwaai ik m'n tas op m'n rug. Thomas doet hetzelfde. We lopen het pad af wat we de rest eerder hadden zien doen. Bij de eerste de beste afslag naar rechts pakken we dat pad. Al snel zien en horen we helemaal niemand meer. Het bergpad omhoog is enorm stijl en ik ben binnen no time buiten adem. Vanbinnen vervloek ik m'n slechte conditie. M'n kop knalt uit elkaar en het liefst zou ik als een kleine baby in een hoekje gaan liggen huilen.


Als ik Thomas uit het oog verlies, voel ik woede naar boven komen. ,,Lekker dan, anders wacht je even op me.'' M'n gedachtes zijn een mengelmoes van 'wat een eikel dat hij me alleen laat tot hij wacht heus wel ergens op je hoor. Ineens zie ik hem bovenop een steen staan. ,,Laten we hier gewoon lekker gaan zitten en van het uitzicht genieten.''Ik kan hem wel om de hals vliegen van geluk. Eenmaal boven klim ik op de steen en word meteen overmand door het waanzinnige uitzicht op de gletsjer. Hier zitten en gewoon met hem zijn, is alles wat ik nu wil.




bottom of page